Ik was al helemaal klaar om een kritisch stukje over dit album te schrijven. Na een aantal keer luisteren viel het kwartje helemaal niet bij dit funeral doom album van de Finse band Shape of Despair. En toen, opeens, op een onbewaakt ogenblik toen het album al bijna afgelopen was, ervoer ik de leegte die de band over probeert te brengen.
Waarom dit album me in het begin zo tegenviel? Ik had bij de term ‘funeral doom’, het nog langzamere broertje van doom metal, gehoopt op nog iets dat veel langzamer en minimaler was, op iets dat veel extremer was dan het redelijk volle geluid dat we op Angels of Distress te horen krijgen. Ik had me voorbereid op een band die de grenzen van het luisterbare opzocht, maar wat ik hoorde was eigenlijk allemaal nog best wel netjes en gangbaar. Misschien iets te.
Pracht
Het helpt ook niet mee dat ik al een hele tijd vrij opgewekt ben, en dat de tijden van hevige depressies achter me lijken te liggen. Ik moest echt zoeken naar dat gevoel van het totale niets, het monochroom, de onoverbrugbare kloof tussen jou en de wereld, en pas toen ik weer een klein beetje bij dat gevoel kon, begon ik me verbonden te voelen met de muziek van Shape of Despair en begon ik de pracht in te zien van de manier waarop de band uitzichtloze droevenis uitdrukt.
We horen een loodzwaar geheel waarbij naast de standaard drums, gitaar en bas ook een hoofdrol weggelegd is voor de synthesizer. En warempel, kunnen we in die synthlijnen niet ook een beetje Angelo Badalementi ontwaren, maar dan zonder de humor en lichtheid? Op het eerste nummer bracht de synth me in ieder geval weer helemaal terug naar Twin Peaks, maar dan wel een heel ongezellige versie van het stadje. Ook aan het begin van het zeventien minuten durende ‘…To Live for My Death…’ hoor ik echo’s naar die ene geniale score.
Allesoverheersend
Verder springen vooral de vocalen in het oog. We horen niet alleen het diepe gegrom van Pasi Koskinen, maar ook zijn vrouw (? in ieder geval dezelfde achternaam) voegt met haar cleane zang op enkele nummers wat desolate pracht toe aan het geheel. De vocalen en het gebruik van synths heeft wel wat weg van de ethereal wave en darkwave van bijvoorbeeld een Lycia. Op dezelfde manier wordt met schitterende, hemelse elementen iets verschrikkelijk sombers neergezet, maar Shape of Despair schakelt nog enkele versnellingen lager en voegt er elementen uit metal aan toe om het gevoel van zwaarte allesoverheersend te maken.
Liefhebber ben ik ook van de teksten, waar een grote eenzaamheid uit spreekt. De gedachte dat we alleen maar geboren zijn om te sterven zonder dat het leven betekenis heeft is een hardnekkige die vaker terugkomt op dit album en die het beste naar voren komt op het eerder genoemde ‘…To Live for My Death…’ dat om die reden ook mijn favoriet is. Heideggers Sein-zum-Tode is nooit ver weg, maar waar bij Heidegger de angst voor de eindigheid het individu in staat stelt om betekenisvolle keuzes te maken, werkt hier het besef van eindigheid volledig verlammend en wacht men geduldig op het onvermijdelijke einde. Een einde dat amper als verlossing gezien kan worden van een ongelukkig, eenzaam, zinloos leven.
Prachtige duisternis
Het vreemde is dat het deprimerende karakter en de traagheid zeer bezwerend werken en dat – als je eenmaal de juiste mindset gevonden hebt voor deze band – een uur aan deprimerende schoonheid niet genoeg blijkt. Ik luister er tegenwoordig altijd Monotony Fields uit 2015 achteraan. Weliswaar met een nieuwe zanger, maar overduidelijk nog steeds een band op de toppen van hun kunnen. En als ik dan nóg langer wil zwelgen in de ellende, dan luister ik ook nog het nieuwste album dat ook gewoon nog steeds erg sterk is. Het is bijna niet meer voor te stellen dat ik in het begin zo kritisch was. Ik heb me nu volledig overgegeven aan de meeslepende, prachtige duisternis die Shape of Despair met deze drie albums neerzet.