Grootse Scheppingskracht en Virtuositeit

Het afgelopen half jaar heb ik (in het kader van mijn reis door de jaren zestig en zeventig) me volledig ondergedompeld in het jaar 1961. Ik heb zo’n 90 albums beluisterd en de komende tijd wil ik de hoogtepunten van die onderneming hier delen.

En natuurlijk beginnen we dan met John Coltrane en ik verklap alvast dat dit niet het enige 1961-album wordt dat ik van hem zal bespreken. John Coltrane is hard op weg om één van mijn favoriete artiesten te worden. Ik besprak eerder al Blue Train, het eerste album dat ik van Coltrane hoorde. Met ieder album dat ik van de beste man opzet raak ik meer verslingerd aan zijn werk. Het klinkt allemaal zo fris, zo vrij, zo eigenzinnig en zo levenslustig en ik word enorm vrolijk als ik naar zijn muziek luister, zelfs wanneer zijn nummers gestoeld lijken te zijn op de donkere kanten van het leven.

Nieuwe wereld

Coltrane weet zichzelf keer op keer opnieuw uit te vinden en met ieder album ontvouwt zich weer een geheel nieuwe wereld. Op Africa / Brass brengt hij (weer) een ander geluid dan we van hem gewend zijn, maar nog steeds zijn de bovenstaande predicaten van toepassing en het is de mooiste ontdekking die ik heb gedaan de afgelopen maanden.

Africa / Brass is het eerste Coltrane-album dat uitkwam op het label Impulse! (het label waar hij overigens tot aan zijn dood trouw aan zou blijven). Het was op dat moment het beste contract voor een jazzmuzikant ooit, met goede voorwaarden, en om dat te vieren liet Coltrane een hele troep muzikanten invliegen om voor het eerst een album op te nemen met een big band.

Misleidend

De naam ‘The John Coltrane Quartet’ op de hoes is wat dat betreft ook misleidend, want er zijn uiteindelijk 17 verschillende muzikanten te horen op dit album, waarbij ook atypische instrumenten (voor jazz) als de hoorn en het eufonium bespeeld worden. Onder de muzikanten die hun medewerking verleenden, zijn grote namen alsBooker Little, McCoy Tyner, Freddie Hubbard en Eric Dolphy. Van de drie nummers op het album, is ‘Greensleeves’ een traditional en werden ‘Africa’ en ‘Blues Minor’ geschreven door John Coltrane zelf.

Tot zover de feiten, nu over naar de muziek. Wat ik zo goed vind aan de muziek van Coltrane, is dat hij eindeloos om dezelfde akkoorden heen kan cirkelen, maar dat hij ze telkens vanuit een andere richting benadert en op een andere manier interpreteert en vormgeeft, waarmee hij een machtig spanningsveld tussen hypnotiserende herhaling en grenzeloze dynamiek creëert.

Doorgronden

Dat is op Africa / Brass niet anders, met het opvallende verschil dat het grotere gezelschap een voller geluid weet te bewerkstelligen dan we gewend zijn en dat er op zoveel fronten geacteerd wordt dat het moeilijk is om deze jazzplaat te doorgronden. Echt alle muzikanten doen boeiende en ontzagwekkende dingen in hun spel, soms ook tegelijkertijd en je weet als luisteraar amper waar je je aandacht op moet richten. Al die instrumenten tezamen vormen een heel prettig georganiseerde chaos die wederom die vrijheid, creativiteit en levenslust uitstralen waar ik zo ontzettend graag naar luister.

Mijn eerste indruk echter was dat dit album wat minder extreem is dan sommigen van zijn andere albums, het heeft in eerste instantie zelfs iets toegankelijks en netjes (vieze woorden als ik het heb over jazz). En toch, als je er met grote aandacht naar luistert, valt op hoe hoeveel interessante dingen er tegelijkertijd gebeuren en hoe er wel degelijk sprake is van schurende en kakofonische elementen die je als luisteraar constant uitdagen en dwingen om bij de les te blijven.

Woeste wateren

Het mag dus naar Coltrane-begrippen qua tempo een vrij rustig album zijn, maar er gebeurt alsnog zo ontzettend veel dat deze drie nummers nog steeds aanvoelen als woeste, ontoegankelijke wateren die je met gemak met huid en haar opslokken als je je er eenmaal aan overgeeft. En daar komt dan ook direct mijn adoratie voor deze composities om de hoek kijken. Want ik laat me graag helemaal overrompelen door muziek en hierin valt zoveel te ontdekken dat het bij iedere luisterbeurt lijkt alsof ik Africa / Brass voor het eerst beluister en weer opnieuw overspoeld wordt door die onbegrensde creativiteit.

Voor mij is Coltrane de belichaming van wat ik waardeer in jazz, en al die elementen vind ik in volle glorie ook weer terug op Africa / Brass. Hoe een grootse scheppingskracht en virtuositeit hier hand in hand gaan en iets bewerkstelligen waar je eindeloos lang naar kunt luisteren zonder dat ooit de verveling toeslaat, ja, zo heb ik mijn jazz (en eigenlijk ook kunst in het algemeen) het liefst.

P.S. Het originele album uit 1961 duurt net iets langer dan een half uur, en laten we eerlijk zijn, dat is veel te weinig voor de pracht die Coltrane hier etaleert. Gelukkig kwam in 1995 The Complete Africa / Brass Sessions uit, waardoor je bijna een uur langer kunt genieten van alle waanzinnig mooie stukken die uit deze opnamesessies voortkwamen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.