Het is best grappig dat ik nu de tijd rijp vind om eens wat over Harold Budd te schrijven, één van de ambientpioniers en misschien meest bekend door zijn samenwerking met Brian Eno. Het vorige album dat ik besprak was de nieuwe Slowdive, muziek waar ik verliefd op werd door de film Mysterious Skin (2004). Het grappige toeval wil dat het Harold Budd was die samen met Robin Guthrie de officiële score voor die film componeerde (filmmuziek om eveneens verliefd op te worden!).
Het is dan ook maar een kleine stap van de dromerige, zalvende nummers van Slowdive naar de verstilde, serene muziek van Budd. Budd is één van de eerste namen die je tegenkomt als je je eerste stapjes binnen het ambientgenre zet en sinds ik zes jaar geleden verloren raakte in die wereld (ik heb een ambientplaylist met inmiddels bijna 300 uur aan dit soort muziek die ik nog steeds regelmatig aanvul met toffe nieuwe releases), heeft The Pavilion of Dreams uit 1978 altijd tot mijn favorieten van het genre behoort.
Hokje
Al is het moeilijk om dit specifieke album in een hokje te stoppen. Een website als RateYourMusic, die normaal toch wel adequaat is in het classificeren van muziek, heeft het over ambient, minimalism, new age en spiritual jazz. En het klopt allemaal wel, en tegelijkertijd doet iedere classificering dit wonderlijke product tekort (onder welk genre moet ik deze review op deze blog in hemelsnaam onderbrengen?). Het is nu 45 jaar geleden dat dit album uit kwam, en het klinkt anno nu nog steeds buitenaards, uniek en tijdloos.
Hoe klinkt dat dan? Alsof Harold Budd een groep mensen die allemaal uit heel verschillende muzikale werelden komen (we horen onder meer altsaxofoon, piano, harp, diverse percussie-instrumenten en een volwaardig koor) bij elkaar heeft gezet, ze heeft laten improviseren, en toen heeft gezegd: “Ja, ok, zo wil ik dat het klinkt, zo moet het, maar speel het nu eens minimaal vier keer langzamer”.
Vreemd
Het resultaat is een album dat na al die jaren nog steeds zeer vreemd klinkt, maar waar je gaandeweg echt in verdrinkt. De ruim achttien minuten durende openingstrack is meteen een heel krachtig statement waarmee Budd zichzelf heel ver van de pop en rock uit die tijd plaatst, maar wanneer er op de latere nummers ook zang bij komt kijken, krijgt het geheel pas echt iets heel excentrieks en uitzonderlijks.
En toch voelt het allemaal heel organisch aan, heb je geen moment het gevoel dat er een element te horen is dat er eigenlijk niet thuishoort, ga je ongemerkt mee in de bijzondere, maar vreedzame, berustende toon van The Pavilion of Dreams en voor je het weet ben je vijftig minuten verder en ben je diepgaand beraad met jezelf aan het houden over jouw plek in de wereld.
Geluksvogel
Ik woon drie hoog en ben daarmee echt een geluksvogel, want ik heb deze week iedere avond zicht op de meest prachtige zonsondergangen (ja, dit stuk lag al weken klaar om online te zetten). Soms kijk ik in stilte, maar als er muziek is die perfect past bij dit natuurschoon, dan is het wel The Pavilion of Dreams. Het is niet per se zo dat de muziek de zonsondergang nou zoveel mooier maakt of andersom, maar het is vooral zo dat een zonsondergang (mij in ieder geval) enorm uitnodigt tot mijmeren en overdenken, en Pavilion of Dreams creëert met zijn kalmte en sereniteit de perfecte denkruimte voor die mijmeringen.
En dat is waar Brian Eno het over had toen hij het genre ambient ‘uitvond’. Hij wilde, toen hij zijn ‘manifest’ schreef, muziek creëren die iets toevoegde aan een omgeving, die een bepaald moment, een bepaalde plek betekenis gaf en die eveneens kalmte teweegbracht en die je in staat stelde om het bestaan te overpeinzen. Muziek dus die je naar het hier en nu toe trekt, en die je in staat stelt om je vanuit die plek te bezinnen. “And most importantly for me, it has to have something to do with where you are and what you’re there for – flying, floating, and, secretly, flirting with death.” (Lees hier een interessant stukje over zijn visie op het genre.)
Schoolvoorbeeld
Wat dat betreft is The Pavilion of Dreams het schoolvoorbeeld van een goed ambient-album, want het weet precies dat te bewerkstelligen waar Eno op hoopte en het doet dat op een manier die na 45 jaar nog steeds ongeëvenaard is. Er is simpelweg in al die jaren geen album voorbij gekomen dat in muzikaal opzicht lijkt op The Pavilion of Dreams en tegelijkertijd ook op zo’n grootse manier uitnodigt tot reflectie. Het maakt dit album tot één van de hoogtepunten van het genre, waarin alles draait om het zoeken naar nieuwe muzikale manieren om de filosoof in een ieder te doen ontwaken. Heb je interesse in ambient, voeg deze dan stante pede toe aan je luisterlijst.