Bell Witch is een funeral doom band die bekend staat om hun ellenlange nummers. In 2017 bracht de band Mirror Reaper uit, een nummer van 83 minuten lang waarbij traagheid en minimalisme epische proporties aannemen. Nu, zes jaar later, zijn ze terug met het eerste deel uit een drieluik. Dit eerste deel, The Clandestine Gate genaamd, is op de seconde af even lang als Mirror Reaper. Het uiteindelijke drietal aan nummers zal bij elkaar zo’n vier uur beslaan, en zal vast een groots meesterwerk zijn, maar laat ons eerst even verrukt opgaan in dit eerste deel.
Funeral doom kenmerkt zich normaal al door ontzettend langzame passages, maar Bell Witch heeft de traagheid tot kunst verheven. Wanneer je de muziek die op dit album te horen is op een beetje een ‘normaal’ tempo zou spelen, zou je misschien eenderde van die 83 minuten overhouden. Je zou kunnen denken dat dat al te belachelijk of lachwekkend is, maar dan heb je deze muziek nog niet gehoord.
Diepe rouw
Want het lachen vergaat je snel wanneer je luistert naar wat het tweetal achter Bell Witch neerzet. Probeer deze 83 minuten maar eens uit te zitten zonder een diep gevoel van droefheid en verlies te ervaren. The Clandestine Gate dompelt je in diepe rouw, ook al is niet direct iets of iemand om om te rouwen. Dit is het muzikale equivalent van het monochroom dat je ervaart wanneer alles wat ooit betekenis gaf is weggevallen, wanneer het bestaan volkomen leeg lijkt en je de seconden aftelt totdat je weer naar bed kan, want alleen de slaap is in staat om je even tijdelijk te bevrijden van dat loodzware gevoel.
In 2016 overleed Adrian Guerra, één van de oprichters van de band en sindsdien maakt de band nummers die net geen anderhalf uur duren (zijn vocalen zijn nog wel te horen op Mirror Reaper). Deze wending kan geen toeval zijn en het lijkt een manier om om te gaan met dat verdriet. Hun werk was sowieso al doordrenkt van een intense tristesse, maar de enorme lengte van de composities zorgt ervoor dat die tristesse ook nog eens een uitzichtloos karakter krijgt.
Spannender
Vergeleken met Mirror Reaper is The Clandestine Gate iets gevarieerder en dat maakt ‘m net iets spannender om naar te luisteren. Er zijn wat meer verschillende instrumenten te horen en men geeft in de opbouw vaker ruimte aan (nog) minder luide passages. De onverstaanbare, langgerekte grunts en gezongen stukken die ook nu weer te horen zijn, maken duidelijk dat de stem opnieuw als een volwaardig instrument gebruikt wordt, misschien nog wel meer dan op de voorganger; niet direct bedoeld om hapklare informatie over te brengen, maar een middel dat naadloos opgaat in het grote geheel en zeer sfeerverhogend werkt.
Naar metalbegrippen is dit zeer rustige, niet gewelddadige muziek die ook heel veel wonderschone momenten bevat. Zelfs wanneer de muziek aanzwelt en wanneer de zanger al zijn innerlijke demonen eruit gromt, heeft dit album iets ontroerend moois. Het gaat hier niet om provoceren of kwaadaardig willen zijn, het gaat hier om het overbrengen van pure emotie. Ik zou zeggen dat dit er eentje is die zelfs niet-metal-liefhebbers wel zou kunnen smaken (al moet je natuurlijk wel enige affiniteit met drones en immense traagheid hebben).
Bezinning
Opvallend is dat The Clandestine Gate heel verstild eindigt. Zo is er niet alleen ruimte om het zeer tot in het merg van je botten te voelen, maar ook om te bezinnen. Het einde geeft daarmee een beetje ademruimte in een verder gitzwarte compositie. Waar ik eigenlijk vijf kwartier lang opgeslokt word door de pijn en er zelf ook helemaal van doordrongen raak, zorgen de laatste minuten ervoor dat ik weer een beetje afstand kan nemen van de vreugdeloosheid die hier zo krachtig ten gehore wordt gebracht.
In die eerste vijf kwartier voel je zo intens mee dat er amper nog ruimte is voor iets of iemand anders. Die laatste minuten zorgen er bij mij voor dat mijn perspectief weer breder wordt en dat ik innig meevoel met iedereen die in het echte leven te maken krijgt met gevoelens van oneindig verlies, wat de reden daarvan ook moge zijn. Dat deze mensen herkenning en troost mogen vinden in dit prachtige, diep ontroerende nummer, dat zelfs de meest zonnige en stabiele karakters even van hun á propos brengt.