Amenra – Mass IIII (2008)

Bekeerd

Amenra - Mass IIII (2008)
Artiest:
Jaar:
Land:
Speelduur:

Ik kende het Belgische Amenra al wel, maar op Mass VI (2017) na had ik me nooit echt in de band verdiept. Ik had al wel wat andere albums van ze gehoord, maar ik vond het moeilijk om grip te krijgen op hun eerdere werk. Het klonk voor mij toch wat te veel als een ondoordringbare brij van herrie; iets waar ik echt eens voor moest gaan zitten, maar dat kwam er maar niet van. Fijn dus dat Mass IIII uit 2008 me getipt werd en ik genoodzaakt werd om eens echt goed te luisteren naar deze gewelddadig harde band.

Men associeert metal vaak met snelheid, maar er zijn heel wat subgenres waarbij het tempo juist erg laag ligt. Dat is ook het geval bij het vijfkoppige Amenra. Natuurlijk kan het nog veeeel langzamer, zoals we bijvoorbeeld bij de drone metal van Nadja hoorden, maar Amenra verstaat wel de kunst om muziek te maken die zowel langzaam als verschroeiend hard is. En juist door deze ogenschijnlijk tegenstrijdige ingrediënten met elkaar te laten versmelten wordt een lompheid gecreëerd die zijn weerga niet kent.

Groots en diep

Het is leuk om door het oeuvre van deze band heen te luisteren. Je merkt hoe ze in het begin zoekende zijn naar een eigen stem en hoe ze die uiteindelijk vinden door het pathos van post-hardcore, de hard-zacht-dynamiek en langgerektheid van post-metal en de onbehouwenheid van sludge door elkaar te husselen. Het resultaat is een ongekend groots en diep geluid dat je meevoert naar een universum waar enkel en alleen een immense pijn heerst die je van binnenuit opbrandt.

En was het maar alleen bij innerlijke pijn gebleven. Op Mass IIII worden er spijkers in handen geslagen, de zanger begraaft zichzelf, enkele nummers later baadt hij in zijn eigen bloed (sowieso vloeit het bloed op dit album zeer rijkelijk) en op het slotnummer ruikt hij zijn eigen verschroeiende vlees. Er gaat een krankzinnige lichamelijkheid uit van de teksten en ze passen wat dat betreft briljant bij de muziek, die zo zwaar en deprimerend is dat je er bijna fysiek onpasselijk van wordt.

Hevige pijnen

Wat ik zo mooi vind aan de teksten is hoe lichamelijke en mentale pijn met elkaar verweven worden. Al die lichamelijkheid en al het fysieke geweld lijken allemaal een middel te zijn om een onbeschrijflijk grote mentale pijn tot uitdrukking te brengen. Aan alle teksten lijkt een scheiding tussen de verteller en een ander persoon ten grondslag te liggen. Of het nu om een overlijden, een relatiebreuk of een andersoortige scheiding gaat is moeilijk te zeggen, maar feit is dat de verteller hevige pijnen ervaart en dat hij ons daar met alle kracht en geweld deelgenoot van wil maken.

Dat die teksten zo hard binnenkomen, komt zeker ook door de vocalen van Colin H. van Eeckhout. Er zijn misschien nog extremere vocalisten te noemen, maar die krijgen al snel iets karikaturaals (wat overigens helemaal niet erg is want daar kan ik vaak ook goed van genieten, en dus af en toe ook een beetje om lachen). Hier is het echter één en al bittere ernst. Van Eeckhout heeft een hartstochtelijke schreeuw die uit de diepste krochten van zijn lichaam lijkt te komen en die hem in staat stelt om al het innerlijke leed te veruitwendigen.

Overrompelend

Wat mij betreft horen we zowel op Mass III als Mass IIII een band op de toppen van zijn kunnen. Voor mij worden op deze albums de eerder genoemde ingrediënten tot in het ultieme doorgevoerd, zodat er een zwaarte ontstaat die je genadeloos hard naar beneden duwt en waar je – ook nadat de plaat is afgelopen – maar heel moeilijk van loskomt. Het is prachtig hoe teksten, vocalen en composities elkaar zodanig versterken dat het uiteindelijke resultaat compleet overrompelend is.

Op latere albums is er meer ruimte voor rust en wordt er wat meer ademruimte gecreëerd door te spelen met wat meer toegankelijke passages. Nog steeds spreekt er een onnoemelijke melancholie uit de muziek, maar hier kun je als luisteraar wat meer afstand nemen van het geheel. Dat komt misschien ook omdat de productie op de latere platen wat helderder klinkt, in plaats van het troebele geluid dat op die andere albums te horen is. Op Amenra’s latere albums ben je met een sadistisch genoegen getuige van iemand wiens ziel in vuur en vlam staat. Mass III en Mass IIII zetten echter op onverbiddelijke wijze ook de ziel van de luisteraar in vuur en vlam.

Modderstroom

Nu ik met grote aandacht naar het oeuvre van Amenra heb geluisterd, snap ik nog wel hoe ik enkele jaren terug deze muziek af kon doen als ‘ondoordringbaar’, maar kan ik ook concluderen dat ik het gewoon nog niet echt goed geprobeerd had. Want Mass III en Mass IIII zijn op een bepaalde manier inderdaad heel erg massief en vol, maar dat is juist datgene wat deze albums zo krankzinnig goed maakt. Het heeft me wat jaren gekost, maar ik heb nu toch het idee dat ik deze band eindelijk op waarde kan schatten.

Ik merk dat het verslavend werkt, de muziek van deze band, en dat ik er de afgelopen dagen mee opsta en mee naar bed ga. Want als je eenmaal door deze smerige modderstroom gewaad hebt en je toch al besmeurd bent van top tot teen, dan kun je blijkbaar niet anders dan door blijven baggeren. Ik kan niet wachten tot ik het vinyl kan kopen van deze albums, en nu ik weer in staat ben om af en toe eens een concert te bezoeken staat Amenra hoog op het lijstje van bands die ik nog eens live aan het werk wil zien. Ik ben definitief bekeerd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.