Ik ken Death In June eigenlijk al heel lang, zo’n beetje tegelijkertijd met de start van mijn Current93-obsessie (ergens in mijn tienerjaren). Death In June maakt dezelfde soort muziek (neofolk), alleen was (is?) Douglas Pearce een stuk fouter dan de mensen van Current93. Omdat-ie toch wel bekend staat als iemand met extreem-rechtse ideeën, heb ik zijn muziek toch wel lange tijd links laten liggen (pun intended). Ik voelde toch een zekere schaamte om naar zijn albums te luisteren.
Ergens ben ik begonnen om kunst en de maker van kunst toch wat meer uit elkaar te trekken (en me minder druk te maken om wat anderen wel niet zullen denken) en vanaf dat moment kon ik weer oprecht genieten van Death In June. But, What Ends When the Symbols Shatter? kwam tijdens herbeluistering binnen met een kracht waar je u tegen zegt. Hij bivakkeert inmiddels al jaren op de rand van mijn top10. Het is al jaren het enige album dat ik van Death In June op zet, hoog tijd dus voor het verder uitdiepen van zijn oeuvre, te beginnen met The Wall of Sacrifice. (Deze keuze heb ik vooral op basis van stemgemiddelden gemaakt.)
Angstaanjagend
Om het openingsnummer kun je niet heen. Het duurt ruim een kwartier en is een mengeling van martial industrial, een gelooped kinderliedje, historische Duitstalige opnames, oorlogstrompetjes en een onheilspellend keyboardloopje. O ja, en Douglas Pearce roept op een gegeven moment heel angstaanjagend “First you take a heart, then you tear it apart”. Mooi is het niet, maar de naarheid fascineert me dermate dat ik dit nummer in de afgelopen paar weken 15 keer geluisterd heb volgens Last.fm. Reken zelf maar uit hoeveel uur dat is.
Een dergelijk nummer horen we ook nog op het einde. ‘Death Is a Drummer’ duurt ruim negen minuten en veel elementen uit ‘The Wall of Sacrifice’ keren terug. Tussen deze lange nummers horen we kortere nummers over de teloorgang van Europa. Soms staat de akoestische gitaar centraal, andere keren spelen industriële, ruizige zaken ook een grote rol. Vergeleken met dat eerste en laatste nummer voelt dit middenstuk aan als heel toegankelijk, als een stuk dat bestaat uit ‘echte’ liedjes.
Indringend
‘Fall Apart’ en ‘In Sacrilege’ zijn voor mij echt de hoogtepunten van dit middenstuk. Het zijn ijzersterke songs die ondanks het behapbare, folky gehalte ook gewoon verschrikkelijk beklemmend en misantropisch zijn. Op deze nummers doet David Tibet (de frontman van Current93) trouwens ook mee en op ‘In Sacrilege’ neemt hij ook de vocalen voor zijn rekening. Zijn creepy stem herken je uit duizenden en zuigt je meteen zo’n liedje in. Maar laten we wel wezen, de gelatenheid die altijd over de zang van Douglas Pearce ligt is ook wel enorm heerlijk en daarmee maakt hij zijn muziek nog indringender dan die al is. In ieder geval een reden om telkens weer terug te keren naar Death in June.
De zweem van foutheid die om Pearces muziek hangt is hier ook weer zeer aanwezig en hij doet ook echt totaal niet zijn best om dat beeld bij te stellen. Van mij hoeft-ie dat overigens ook helemaal niet te doen. Hij brengt een uniek geluid en ik kan alleen maar heel geïntrigeerd zijn door het nihilisme, de misantropie en de hang naar oorlog die uit zijn muziek spreekt. Muziek van het kaliber ‘mooi is het niet, maar toch vind ik het schitterend’.