Tot zeer kort geleden had ik nog nooit wat van Judas Priest gehoord, precies omdat veel van de bands uit die tijd me toch wat tam overkomen. Maar ja, de Black Metal Bijbel zegt dat dit een belangrijke band was, en dat is wel het soort Bijbel waar ik naar wil luisteren. Volgens het boek was het vooral het esthetische aspect (leren kleding, studs e.d.), en het feit dat er op het moment dat Judas Priest zijn eerste albums uitbracht weinig duisterder was dan dat, wat ze zo invloedrijk maakte.
Sad Wings of Destiny, het tweede album van de band en het album dat in het boek genoemd wordt, klinkt inderdaad al een tand ruiger dan die eerste albums van Black Sabbath die ik eerder besprak. Het geluid van de band leunt nog steeds op de blues rock, maar met twee gitaren die samen herrie maken, met de grensverleggende zang van Rob Halford en met de wat duisterdere teksten valt goed te begrijpen waarom dit als ‘devil music’ gezien werd.
Aanstellerig
Ik las zelfs dat de band een proces aan de broek kreeg nadat twee jonge mensen zelfmoord hadden gepleegd (of nouja, één van de twee zou pas drie jaar later sterven aan de complicaties van de poging die hij deed) en de families ervan overtuigd waren dat dat kwam door subliminal messages in de muziek van Judas Priest. De arme jongens waren net op het juiste pad geraakt en in God gaan geloven, en toen kwam Judas Priest roet in het eten gooien.
Na een eerste luisterbeurt vond ik dit desondanks allemaal een klein beetje aanstellerig klinken. Maar ik heb inmiddels geleerd dat ik bij heavy metal niet te snel moet opgeven. Het is een geluid dat mijlenver af staat van de extremere vormen van metal waar ik al van geproefd heb, en die ik geweldig vind, en het kost me tijd en moeite om deze soort van metal op waarde te kunnen schatten.
Stoer
Ik probeer me nu als ik dit soort muziek hoor voor te stellen hoe dit zou klinken als je al die veel hardere bands die later zouden komen nog niet kende, hoe het zou zijn om in deze tijd op te groeien, met muziek die steeds iets kwaadaardiger en harder werd en hoe cool het dan geweest moest zijn om als tiener je ouders steeds wanhopiger te maken met al die verschrikkelijk harde muziek die rechtstreeks uit de hel gekomen lijkt te zijn.
Dat, en een beetje doorzettingsvermogen, blijkt wonderwel te werken. Het scheelt ook dat ik de nummers op Sad Wings of Destiny gewoon erg goed in elkaar vind steken. Om het album in te knallen met een episch nummer van bijna acht minuten lang en meteen alles uit de kast te trekken vind ik wel stoer. Echt een geweldig opgebouwd nummer waarbij het rustige en het luide in perfect evenwicht met elkaar zijn.
Solo’s
Dat evenwicht kenmerkt eigenlijk het hele album wel en vind ik een groot pluspunt. Er lijkt enorm goed nagedacht te zijn over iets dat voor velen destijds niet meer dan duivelse, extreme muziek was. De zang van Halford – die vaak zijn kopstem gebruikt – stond me eerst wat tegen, maar als je eenmaal King Diamond kunt waarderen is dit kinderspel. Ik zal echter nooit liefhebber worden van gitaarsolo’s, die mogen van mij allemaal in een put gegooid worden. Afdekken die put en nooit meer naar om kijken.
Maar afgezien van die solo’s (waar ik wel langzaamaan steeds beter doorheen kan luisteren) vind ik dit eigenlijk een belachelijk aanstekelijk album. Enkele weken terug dacht ik nog: dit is leuk om een keer gehoord te hebben, maar nooit weer. En inmiddels luister ik al bijna dagelijks vrijwillig naar [i]Sad Wings of Destiny[/i]! Wel vooral heel veel nieuwere extreme metal blijven luisteren, anders ben ik bang dat ik een metalboomer word.
Live-ervaring
Een aantal van de nummers komt ook terug op het live-album Unleashed in the East. ‘Live’ tussen aanhalingstekens, want de zang van Halford zou opnieuw in de studio opgenomen worden aangezien de originele opnames niet goed waren.
Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik geen groot fan van live-albums ben, en dat ik überhaupt een live-ervaring in veel gevallen weinig vind toevoegen aan het studiomateriaal (voor mij is een studio-album de heilige graal), maar ik hoor zeker dat op Unleashed in the East de nummers die ik al ken nog een stukje krachtiger overkomen. Op de één of andere manier lijkt het al geweldige ‘Victim of Changes’ nog meer pit te hebben. En ja, ik durf wel te bekennen: ook ik zou dit nummer best wel eens live willen meemaken. Het moet allemaal niet gekker worden! Maar zal ik dit album – ondanks de geweldige uitvoeringen – nog vaak luisteren? Ik vrees van niet.
Vuist in de lucht
Painkiller daarentegen, een album van de band uit 1990, heeft een gigantische herspeelwaarde. Er zijn weer te veel gitaarsolo’s, maar de energie doet me denken aan hardcore showtjes waarbij iedereen met zijn vuist in de lucht de teksten mee schreeuwt. Er zijn maar weinig rustpunten, met een helse vaart razen we door het geheel heen en dat is het soort kracht waar ik zeker voor te porren ben. Het klinkt bovendien allemaal zo verdomd pakkend. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar misschien ben ik een beetje verslaafd geraakt aan dit album de afgelopen dagen.
Sad Wings of Destiny vind ik oprecht goed, de hele opbouw van dat album, hoe harmonieus alles klinkt voor zo’n hard(er) album, ik kan er echt van genieten. Painkiller zie ik voor nu nog (misschien onterecht) een beetje als een guilty pleasure, maar ik kan me goed voorstellen dat ik dit in de toekomst nog zo vaak zal luisteren dat alle schroom volledig van me af zal vallen en ik ook mijn vuist in de lucht steek terwijl ik uit volle borst mee schreeuw.
P.S. Bij Judas Priest moet ik altijd denken aan het nummer ‘Acid King’ van Malibu Ken, waarop Aesop Rock rapt: “With a bevy of heavy metal records and leather bibles / More Anton LaVey than Saint Michael / More sherm in a Ford on bricks behind Midas / Fly with the pentagram pilot / Sabbath and Judas and all tunes prudent / Seems tame now, but then it was devil music”. Krankzinnig goed nummer dat heel goed een periode van steeds hardere muziek en bijbehorend gedrag vat.